Voor wie na 2000 een woning heeft gekocht geldt dat er – gemiddeld genomen – verlies zou worden gemaakt wanneer de woning op dit moment verkocht zou worden. Dit heeft professor Johan Conijn in opdracht van de NVM, op basis van kadastergegevens, onderzocht.
Op huizen gekocht in 1998 geldt dat er bij verkoop – gemiddeld genomen – nog winst wordt gemaakt van 80.000 euro. Dit is met name te danken aan de prijsstijgingen van 18 procent in 1998 en 19 procent in 1999. Doordat de prijzen sinds najaar 2008 dalen is het beeld na 2000 omgeslagen.
Een veel dramatischer scenario geldt voor huishoudens die in 2008 een woning kochten. Een gemiddelde woning kostte toen bijna 265.000 euro. Medio 2012 bedraagt de gemiddelde verkoopprijs van een woning 214.000 euro. Dit resulteert in een verlies van ruim 81.500 euro aldus de Volkskrant. 50.000 euro waardeverlies en zeker 30.000 euro aan totale transactiekosten (koop en verkoop). Sinds de laatste bekendmaking van de NVM cijfers is het theoretische verlies opgelopen met 5.000 euro. Dit resulteert in een gemiddelde verkoopwaarde van 209.000 euro in het derde kwartaal van 2012.
Ook is het aantal huishoudens met een potentiële restschuld flink gestegen aldus Conijn. In totaal zijn sinds 2000 ongeveer 2 miljoen woningen verkocht. Daarvan zijn er veel doorverkocht of hebben de eigenaren de hypotheek afdoende afgelost. Wanneer hiermee rekening wordt gehouden, komt Conijn uit op ongeveer 700.000 hypotheken die onderwater staan.
De NVM roept het komende kabinet dan ook op deze huishoudens te helpen. De VVD en de PvdA zouden gedwongen verkopen moeten voorkomen en restschuldenaren tegemoet moeten komen. Ook zou de restschuld meegefinancierd moeten worden bij een verhuizing. Lees hier meer over het financieren van restschuld.
Bron: Vastgoedmarkt.nl