Ruim 35 % van de tweeverdieners loopt een groot risico dat zij een restschuld overhouden bij de verkoop van hun koopwoning. De hypotheekschuld bij deze grote groep tweeverdieners is hoger dan de waarde van de woning waardoor er sprake is van een zogenaamde restschuld.
Het gaat hierbij met name om de groep huizenkopers van net voor de crisis welke sinds het uitbreken van de crisis de waarde van hun woning fors hebben zien dalen. Het zou in de periode van 2005-2010 gaan om een groep tweeverdieners van bijna 16%. Slechts 13% van de tweeverdieners had eind 2010 een hypotheekschuld van minder dan een kwart van de WOZ-waarde.
Veertig procent van de uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden hebben hun hypotheek nagenoeg afgelost. Dit zijn grotendeels mensen welke rondkomen van een nabestaandenpensioen of AOW uitkering. Deze huishoudens hebben hun huis voor een lage prijs gekocht en al vele jaren voor de aflossing zorg gedragen. Slechts een kleine groep van de uitkering- en pensioenontvangers, zo’n 6 %, had eind 2012 een hypotheekschuld welke meer dan de waarde van de woning is.
Met 4,2 miljoen huizenbezitters in Nederland was er een groep van 3,5 miljoen huishoudens welke een hypotheek op de eigen woning had rusten. Van deze groep heeft ongeveer een derde een potentiële restschuld. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.