Lange tijd is er schande gesproken over de woekerrentes die werden gehanteerd door maatschappijen die zogeheten flitskredieten faciliteerden. Uit een recent onderzoek van het televisieprogramma Kassa is gebleken dat gemeentelijke kredietbanken zich ook schuldig maken aan het rekenen met torenhoge rentes van tussen de 12% en 14%.
Kassa vroeg alle 388 gemeenten in Nederland naar de rentetarieven van de sociale kredieten die voor hun inwoners geldt. Van de 388 gemeenten regeerden 308 gemeenten. Van deze 308 gemeenten stelden 119 gemeenten dat zij geen sociale leningen faciliteren voor hun inwoners. In maar liefst 132 Nederlands gemeenten geldt een maximale rentetarief van tussen 12% en 14%.
13% rente in Ede
In 19 gemeenten rekenen de kredietbanken met het maximale wettelijke tarief van 14%. Het verschil tussen gemeenten zorgt op lokaal niveau voor een grote ongelijkheid. Zo kan het gebeuren dat een inwoner van bijvoorbeeld Ede maar liefst 13% rente moet betalen, waar een inwoner van buurtgemeente Apeldoorn een lening krijgt tegen slechts 2,3% rente. Een groot verschil dus.
Den Haag
In 22 gemeenten wordt een rentetarief van 0% tot 5% gehanteerd. Deze gemeenten zijn hierdoor de goedkoopste, met Den Haag als goedkoopste. In Den Haag wordt een tarief van 2,1% gehanteerd. Inwoners van Gouda en Delft kunnen ook een sociale lening aanvragen in Den Haag.
Niet woonachtig in werkgebied
Bij hoge uitzondering accepteren kredietbanken aanvragen die niet uit hun eigen werkgebied komen. Zo kunnen de inwoners van Krimpenerwaard tegen 3% rente terecht bij de gemeentelijk kredietbank Rotterdam. Voor inwoners van de zuidelijke buurgemeente Molenwaard geldt dit niet. Zij kunnen enkel bij hun eigen gemeente terecht voor een sociaal krediet tegen 12% rente.
Reactie NVVK
Branchorganisatie NVVK stelt in een reactie dat elke gemeentelijke kredietbank haar eigen rentebeleid hanteert. “Kredietbanken stellen de rente zodanig vast dat de dienstverlening kostendekkend is. De rente die mensen aan kredietbanken betalen is een vergoeding voor de kosten die de kredietbanken maken om het sociale krediet te kunnen verstrekker. Ook het lenen van een sociaal krediet kost dus geld.”
De NVVK wijst er bovendien op dat kredietbanken geen winstoogmerk hebben. “Zonder een kostendekkende rentevergoeding leiden kredietbanken verlies. Kredietbanken kunnen dit verlies niet opvangen, omdat zij geen winstoogmerk hebben en daardoor weinig voorzieningen opbouwen. Daarnaast is in de laatste jaren bij vele kredietbanken gewerkt aan een efficiënter proces om de eigen kosten te verlagen. De rek is bij de meeste kredietbanken eruit.”
Oplossing
De brancheorganisatie stelt dat er sprake van een renteverlaging zou kunnen zijn op het moment dat de gemeenten bij dragen in de kosten van sociale kredieten.